Veterstrikken dat is toch niet zo moeilijk?!

Veterstrikken dat is toch niet zo moeilijk?!

Veterstrikken dat is toch niet zo moeilijk? Maar juist door simpel, je veters op de juiste manier te strikken, kun jij snel en gemakkelijk de pasvorm van je schoen aanpassen. Waardoor jij, bij je volgende wandeltocht op elk terrein makkelijker en comfortabeler loopt.


Als eerste. De meeste wandel-/bergschoenen komen tot over de enkel. Zodat jouw voet de juiste bescherming heeft op elke terrein. Deze hoogte van wandel-/bergschoenen zijn verdeeld, in 2 veter zones. De eerste zone bepaalt de spanning bij de voor- en middenvoet. In deze zone, zie je vaak, dat de veter doormiddel van veteroogjes boven over de wreef geregen worden. In de 2e zone wordt er gebruik gemaakt van gewone en klemmende veterhaken. Deze veterhaken zorgen ervoor dat je hiel en enkel stevig op hun plek blijven zitten. Bij sommige modellen is tussen deze 2 zones, een achterliggende spaanhaak geplaatst of ook wel genaamd, de deep pull veterhaak. Deze spanhaak zorgt ervoor dat je hiel extra stevig vastzit en niet kan wegglijden. Een van de belangrijkste oorzaken wat blaren veroorzaakt.


Ten 2e pas je het veteren aan naar de vorm van de voet. Geen 2 voeten zijn namelijk hetzelfde. Maar als jij je wandelschoenen op de juiste manier strikt, kun je ervoor zorgen dat je wandelschoenen aan beide voeten beter passen. Sommige mensen hebben bijv. een ongelijke wreef of een knobbel op de voorvoet. Doormiddel van parallel veteren (window-/ box lacing) zorg je ervoor dat de druk op de voorvoet of wreef verlicht wordt en schuurplekken voorkomt. Je rijgt de veter, in de eerste veterzone, aan beide kanten van de schoen omhoog naar de bovenliggende veteroog. De veters zullen elkaar dus niet kruisen. Doe dit op de hoogte vanaf de plek, waar jij de druk wil verlichten. Hiermee ontstaat er meer ruimte, of te wel een box, in de wandelschoen. Dit zorgt ervoor dat je net dat stukje extra comfort creëert tijdens het wandelen. Bij een brede voorvoet kun je deze techniek, ook toepassen. Plaats de ruimte/box dan wat lager in de wandelschoen. Je creëert hiermee meer flexibiliteit in de wandelschoen zodat er meer ruimte ontstaat in de voorvoet.


Heb jij er last van, dat tijdens het lopen, je hiel opgetild wordt bij het afrollen van de voet. Dan kan je door je veters met een katrolvetersluiting (lock lacing) te veteren, je hiel beter fixeren. Hierbij ga je met de veters, in de 2e zone, aan beide kanten, langs de veterhaken omhoog. Ook hier kruisen de veters elkaar niet. De veters hou je bij de bovenste veterhaken, stevig tussen je vingers vast. De uiteinde van de veters, haal je aan de tegenoverliggende bij de onderste veterhaak, aan de tegenoverliggende kant onder de veterdoor. Met een pompbeweging, trek je de veters vaster aan. Hierdoor wordt je hiel achter in de schoen gefixeerd. Zet de veters vast met een halve knoop en strik vervolgens de veter vast op de manier wat je gewend bent. Je veters zullen met deze vetersluiting, nog te lang zijn. Plaatst hiervoor extra knoppen totdat je veter op de juiste lengte is.


Ten 3e pas je het veteren aan naar het terrein waarop je loopt. Of te wel de 2 zone vetersluiting. Bij klimmend terrein, trek je de veters in de eerste goed aan en zet je de veters vast met een halve knoop. Hierdoor wordt je hiel gefixeerd en kan je voet niet weggelijden. De 2e zone trek je minder stevig vast. Hierdoor creëer je meer bewegingsvrijheid om je enkel, en drukt het scheenbeen bij het klimmen, niet tegen de schacht van de schoen. Bij dalend terrein, trek je de 2e zone wel stevig vast. Dit kan je doormiddel van de veters van boven naar beneden om de veterhaak te bevestigen. Zo creëer je aanzienlijk meer kracht op de schacht. Dit geeft je meer zekerheid bij het afdalen en stabiliseert de enkel zich. Het is dus belangrijk dat je onderweg je veters aanpast naar het terrein waarop je loopt.


Met deze 3 simpele vetermethodes, kun jij ervoor zorgen dat je optimaal geniet van je volgende wandeltocht.   

    03-06-2025 15:46